Intern verslag 115
Addenda Keizerstraat, Waterstraat en Mortel oostzijde
In het nu voorliggende verslag worden aanvullende gegevens verstrekt over de rand van de Mortel aan de noordzijde (Keizerstraat en Waterstraat) en het oostelijk deel van de Mortel zelf. Deze addenda waren noodzakelijk om twee redenen. In de eerste plaats bleken tal van gegevens in de index op het Bossche schepenprotocol van Smulders/Spierings op verkeerde plaatsen terechtgekomen te zijn. Verder werd het archief van het jezuïetenklooster geraadpleegd, dat vanaf 1609 ten zuiden van de Waterstraat werd gevestigd. In dit archief bevinden zich verschillende retroakten vanaf het begin van de vijftiende eeuw. Hieruit kwam vast te staan dat in de genoemde indexen tal van gegevens niet voorkwamen. Waarschijnlijk bevinden ze zich op nog niet getraceerde plaatsen. Het is dus - wellicht vooralsnog - niet mogelijk een tamelijk volledig beeld van de ontwikkeling van de Mortel te krijgen.
In het hiernavolgende worden de percelen in de Keizerstraat en de Waterstraat van west naar oost behandeld.
Westelijk deel Hof van Zevenbergen (Keizerstraat 12-16)
Bij het onderzoek naar de bebouwing van de Sint-Jorisstraat werden in de index onder deze straatnaam ook nog gegevens aangetroffen, die betrekking bleken te hebben op bebouwing aan de zuidzijde van de Keizerstraat en wel het westelijk deel van het latere Hof van Zevenbergen (Keizerstraat 12-14). De maker van de index, F. Smulders, is destijds misleid door de aanduidingen in de akten iuxta cappellam sancti Georgii en in oppositum capelle sancti Georgii (dus ‘bij de Sint-Joriskapel’ en ‘tegenover de Sint-Joriskapel’). Hij bracht de fiches ten onrechte onder bij die van de Sint-Jorisstraat in plaats van bij de Keizerstraat.De aangetroffen gegevens, daterend tussen 1462 en 1490, vormen een aanvulling op de bezits- en bewoningsgeschiedenis van die periode. Zoals al in het vorige verslag werd vastgesteld, was het complex, bestaande uit de latere nummers Keizerstraat 12, 14 en 16, in het derde kwart van de vijftiende eeuw in het bezit van Gozewijn Heym. In 1454 werd hij tevens als bewoner van het oostelijk deel van het Hof van Zevenbergen (Keizerstraat 12) aangeduid.1
Aan de westkant kwamen op 1 oktober 1462 erven van Gerit Schilder(s) en Jan de Bie in het bezit van Zweder van Vianen, nadat Gozewijn Heym ze als ontvanger van de hertog wegen achterstallige betaling van de hertogcijns in beslag had genomen.2 Mogelijk lagen deze erven, die gesitueerd werden bij de Sint-Joriskapel, niet aan de straat maar naar de Mortel toe. Op 19 april 1463 droeg Zweder ze over aan Gijsbrecht de Kok.3 Diens dochter Liesbet trouwde met Gozewijn Heym en langs deze weg zijn ze in zijn bezit gekomen.
1. | GAHt, R. 1225, fol. 150-150v.: Dominus Petrus de Hemert, abbas monasterii de Berna, ordinis Premonstratensis, domum ac mansionem dicti domini abbatis, sitas in Buscoducis apud pontem Lombardorum, prout de presente Goeswinus! (Heym)a inhabitat, inter hereditatem Willelmi Dicbier, filii Iohannis, ex uno et inter aquam ibidem fluentem ex alio, cum omnibus edificiis et attinentiis dictarum domus et mansionis, prout ibidem site sunt et ad dictum dominum abbatem et eius monasterium spectare dinoscitur, ut dicebat, locavit vero? locationis modo Matheo de Boudranijs, ab eodem ad spatium duodecim annorum, festum nativitatis beati Iohannis proxime futurum sine medio sequentium, pro censu domini nostri ducis exinde e iure solvendo, dando ab eo? dicto spatio annorum durante terminis et locis ad hoc debitis et consuetis, promittens sub obligatione omnium bonorum dicti monasterii warandiam dicto spatio annorum durante et obligationem deponere. Testes, datum supra (= Arnoldus Berwout et Spiker. Datum xa octobris). |
2. | R. 1232, f. 252: Iacopus Peters soen hereditates Gerardi Scilders et Iohannis dicti die Bye, sitas in Buscoducis iuxta capellam sancti Georgii, quas dictus Iacobus erga Goeswinum Heym, receptoris domini ducis Burgundie et Brabantie propter defectum solutionis census fundi dicti domini nostri ducis acquisierat, prout in litteris sigillis dicti Goeswini receptoris et hominibus feodalibus ut videbatur sigillatarum dicebat contineri, hereditarie supportavit Zwedero dicto de Vyanen cum dictis litteris et iure, promittens super omnia et habenda ratum servare et obligationem et impetitionem ex parte sui deponere. Testes Hedel et Spiker. Datum prima octobris. |
3. | R. 1232, f. 385: Zwederus de Vyanen hereditates Gerardi Scilders et Iohannis die Bye, scabini! Buscoducensis, iuxta capellam sancti Georgii, quas dictus Zwederus erga Iacobum Peters soen acquisierat, prout in litteris, hereditarie supportavit Ghiselberto die Kock predicto ---. Testes, datum supra. |